Kommentar |
Het college vindt plaats op 15 april (nieuw!), 22 april, 6 mei, 3 juni, 17 juni, 24 juni (nieuw!), 1 juli en 15 juli.
In de Nederlandse literatuur van na 1945 speelt multiculturaliteit een belangrijke rol. Aanvankelijk werd vooral de verhouding tot de koloniën en haar bewoners aan de orde gesteld, meestal door auteurs met een autochtone achtergrond. Niet zelden klonk in zulke werken een min of meer verkapte vorm van bevoogding door, en nog tot de milleniumwisseling verschijnen er werken waarin nostalgie over het verlies van ‘Indië’ de boventoon voert. Inmiddels wordt een niet te veronachtzamen deel van de hedendaagse Nederlandse literatuur geschreven door auteurs die afkomstig zijn uit migrantenmilieus. In hun werken, maar ook in die van sommige autochtone auteurs, staat vaak de verhouding tussen de verschillende etnische groepen binnen de Nederlandse samenleving centraal, maar soms ook de ontheemding omdat het individu met allochtone wortels zich noch in Nederland noch in het oude moederland echt ‘thuis’ voelt. In het college worden werken van o.a. Hella Haasse, Joost Zwagerman, Abdelkader Benali, Kader Abdolah en Nilgün Yerli besproken.
|